Dat Diana van Laar bijna tien jaar geleden café ‘t Mandje nieuw leven inblies, was eigenlijk een heel logische stap. Eerder deed ze productie en stond ze al achter de bar. Bovendien groeide ze op in een horecafamilie: ze werd geboren op de Zeedijk waar haar beroemde tante, Betje van Beeren sinds de jaren ’20 het café al runde.
Betje viel op vrouwen en haar café stond open voor iedereen, ook voor homo’s en lesbo’s, die zichzelf konden zijn tussen de andere kleurrijke figuren in het café. Dat was bepaald niet zo vanzelfsprekend als nu, want homoseksualiteit was toen geen geaccepteerd fenomeen.
Nadat het café 26 jaar dicht was geweest, besloot Diana het in 2008 te heropenen. Met dezelfde achterliggende gedachte: iedereen is welkom. “We geven niet elke dag een lezing, maar als mensen het verhaaltje willen horen, leggen we het ze graag uit.” Zij en haar personeel vertellen dan graag wat een bijzondere plek het café was.
Het thema is nog altijd actueel, want er zijn tenslotte nog steeds landen waar homoseksualiteit verboden is. Het café is nadrukkelijk geen gay café, maar heeft wel een eigen plekje in de homogeschiedenis en in het Amsterdam Museum. Het motto: “Fun en respect sinds 1927. We weten niet beter.”
Project
Het opnieuw openen van het café bleek een flink project. Diana moest op zoek naar de mooiste oplossing om het authentiek te houden en tegelijkertijd te voldoen aan allerlei regelgeving. Haar andere tante Greet, de jongere zus van Bet, runde het café vanaf 1967 toen Bet overleed, tot 1982. Hoewel Greet het café heel netjes bij bleef houden toen het dicht was, moest er een hoop gebeuren. De bar was te laag en moest worden nagebouwd, de fotowanden waren brandgevaarlijk en werden gerestaureerd. Maar, zegt Diana: “De sfeer in het café krijg je er niet uit, al zou je het wit betegelen en blauw neonlicht ophangen.” Het interieur is in de loop van 85 jaar volgehangen met enorm veel souvenirs, want tante Bet vroeg mensen iets achter te laten als ze het leuk hadden gehad. Diana heeft het meeste gewassen, schoongemaakt en teruggehangen. Het hing zo vol, dat ze honderden foto’s van het plafond alleen al moest maken om alles te documenteren.
Terug op de Zeedijk voelde voor Diana als thuiskomen. “Het is oude grond, met de oude ziel van de binnenstad: dat voel je.” Ze is dolblij dat ze geboren is in een van de oudste straten in Amsterdam en niet ergens anders. “Al werd je vroeger verguisd als je zei dat je van de Zeedijk kwam hoor. Het was een achterbuurt, een hoerenbuurt.” Hier was de haven, waar de wereld binnenkwam: wat je ook zocht, het was hier te vinden. In haar jeugd zat er enorm veel horeca, overal kwam muziek uit de cafés, maar was er nooit gedoe met buren, want de uitbaters woonden er vaak zelf boven.
Muziek
Dankzij haar eigen achtergrond in de horeca en die van haar man Bert heeft Diana het weten te redden. Want het is hard werken, maar ze geniet ook enorm van het mooie sfeertje in het café en ze krijgt energie van de lol die de mensen er hebben. De Zeedijk is een gezellige straat geworden, er is veel samenhorigheid tussen de ondernemers. Het leuks zijn de bijzondere dagen als de Gay Pride, Koninginnedag en de hartjesdagen, als de hele straat staat te zingen en te dansen.
Degene achter de bar staat, is de baas, ook over de muziek. De barkeeper is dus eigenlijk ook dj. Muziek speelt sowieso een grote rol in het café: er wordt vooral ouwe soul, disco, funk en meezingers gedraaid. Vaak hoort ze: wat een leuke muziek!
Het café bestaat nu 90 jaar, de volgende mijlpaal is natuurlijk het jubileum van 100 jaar. Er zijn ook nog andere toekomstplannen: Diana zoekt nog een fonds om drie hotelkamers boven het café te bouwen. Net als het café geheel in de authentieke stijl van de jaren twintig, maar wel met moderne voorzieningen.