Bert Lassche wist, net als zijn compagnon, al op jonge leeftijd dat hij advocaat wilde worden, maar bij Bert kwam dat door een voorbeeld hoe het vooral niet moest. Toen zijn moeder eens een advocaat moest inschakelen, wist hij zeker dat hij dat zelf beter zou hebben gedaan dan die advocaat en hij besloot dan ook later rechten te gaan studeren.
Bert vond de studie interessant en bouwde al snel een leuke vriendenkring op. Via via kwam hij na zijn studie terecht bij een kantoor in Hoofddorp, waar hij veel echtscheidingen deed: “Hele straten.” Zijn aanpak daarbij zou je misschien onorthodox kunnen noemen. Bert had namelijk een ijzerzaag in zijn bureau liggen en zei tegen zijn cliënten: “Zaag die bank dan maar in stukken. Dat is net zo belachelijk als dat jullie hem alle twee willen hebben en niet willen toegeven.” Bert heeft een enorm empathisch vermogen, maar soms ook moet het met de botte bijl. “Anders kom je er niet uit. Dan zeg ik: zó gaan we het doen.”
Twee werelden
Tijdens zijn studie groeide Bert deels op in Amsterdam en deels in Dongjum, bij Franeker, waar zijn ouders een tweede huis hadden. Hij werkte als hulpje bij de boer, op de trekker. Hij had daarbij veel vrijheid en zijn eerste baan als advocaat viel hem dan ook zwaar: hij verdiende er niet eens zoveel meer als bij de boer! Eigenlijk zijn in Bert die twee werelden waarin hij opgroeide vertegenwoordigd: aan de ene kant de nuchterheid van een Fries, maar dan wel gecombineerd met de directheid van een Amsterdammer. De Amsterdamse mentaliteit spreekt hem aan: recht voor z’n raap en geen gezeur.
Voor Bert was het, als geboren en getogen Amsterdammer, niet meer dan een logische stap om in Amsterdam ondernemer te worden. Hij werkte op een advocatenkantoor in Amsterdam toen hij in 1996 besloot samen met een aantal collega’s zelf een praktijk op te zetten, waarin hij zich onder meer specialiseerde in arbeidsrecht. De praktijk liep meteen goed, sommige klanten heeft hij al sinds het begin. Dat geeft hem de vrijheid om bij nieuwe klanten te zeggen dat hij de tactiek bepaalt. “Als ze dat niet zien zitten, prima, maar dan neem ik de opdracht niet aan.”
Onderhandelen
Bert stelt alles in het werk om de problemen van zijn klanten zo snel mogelijk op te lossen. Dat gaat zeker niet altijd door middel van een procedure: “Dat is geen wondermiddel.” Bert kijkt met de klant liever of die van een lange procedure wel blij wordt. Soms is een onderlinge regeling een snellere en betere oplossing.
“Het beëindigen van een arbeidsrelatie kan je in onderling overleg tussen de advocaten en klanten oplossen of via een procedure. Dat kost behoorlijk veel geld, maar wordt je er ook gelukkiger door?“ Vaak is het veel beter voor de klant om negatieve energie te vermijden en te onderhandelen. Daarom deed Bert ook een mediation opleiding: waar worden beiden partijen een beetje gelukkiger van dan ze nu beiden zijn?
Energie krijgt Bert als hij het redelijk druk heeft, dan werkt hij heel efficiënt. Door de jaren heen leerde hij daarbij wel de verantwoordelijkheid bij de klant te laten liggen. Het leuke van zijn beroep vindt hij het directe, rechtstreekse contact met zijn klanten en hij haalt inspiratie uit klanten bij grote bedrijven, waar hij veel van leerde. Bert is blij dat Berna Kramer zich onlangs bij zijn kantoor heeft aangesloten. Naast het feit dat ze al jarenlang bevriend zijn, is haar expertise een welkome aanvulling op de praktijk.